Doelstellingen
Doelstelling 1
Kinderen in de stad groeien gezond en veilig op en kunnen zich daarbij maximaal ontwikkelen en ontplooien
Subdoelstelling
Kinderen in de stad groeien gezond en veilig op en kunnen zich daarbij maximaal ontwikkelen en ontplooien
Doelstelling 1:Kinderen in de stad groeien gezond en veilig op en kunnen zich daarbij maximaal ontwikkelen en ontplooien
Subdoelstelling 1.1:Kinderen in de stad groeien gezond en veilig op en kunnen zich daarbij maximaal ontwikkelen en ontplooien
De zelfredzaamheid van ouder/opvoeders en kinderen wordt versterkt
Binnen alle onderdelen van de Utrechtse Zorg voor Jeugd is het vergroten van de zelfredzaamheid van ouders/opvoeders, jongeren en kinderen essentieel. Uitgangspunt hierbij is dat opvoeden altijd gepaard gaat met grote en kleine vragen. Een sterke sociale basis, voldoende veerkracht bij ouders zijn essentieel om kleine vragen ook klein te houden en afhankelijkheid van hulp of zorg te voorkomen. In 2016 is de zelfredzaamheid van gezinnen versterkt door uitbreiding van een aantal bestaande initiatieven (bijvoorbeeld HomeStart) en door een aantal nieuwe initiatieven te ondersteunen (bijvoorbeeld de steunouders voor ouders met beperkte draagkracht en de BSO voor autistische kinderen). Daarnaast hebben we samen met ouders, kinderen, de partijen in de sociale basis en de buurtteams ingezet op samenwerking en optimale benutting van elkaars kennis en kunde, ten gunste van gezinnen.
Gezinnen die dat (tijdelijk) nodig hebben worden ondersteund
Kwalitatief goede zorg is in Utrecht voor alle gezinnen laagdrempelig en dichtbij beschikbaar. Door de toerusting en positionering van de Buurtteams waren zij ook in 2016 in staat om gezinnen goed te ondersteunen bij een breed scala aan problemen. Daarbij gaat het vaak (43%) om meerdere praktische problemen op het gebied van financiën, werk en wonen. De Buurtteams hebben in 2016 meer gezinnen bereikt dan in het voorgaande jaar en de waardering voor het werk van de Buurtteams is hoog: in het laatste kwartaal ging het om gemiddeld een 7,9. In veel gevallen bleek ondersteuning door het Buurtteam afdoende en was inzet van (duurdere) aanvullende zorg niet nodig. Ongeveer de helft van de cliënten komen uit eigen beweging bij de Buurtteams, anderen doen dit via scholen, huisartsen en andere professionals. De Buurtteams vormen nu ook de ingang naar de schulddienstverlening. De inzet en ontwikkeling van de Buurtteams en de samenwerking tussen Buurtteams en gemeente is positief beoordeeld door de externe visitatiecommissie. De commissie gaf verder onder meer aan dat het wenselijk is om de Buurtteams ook tijd te geven de huidige opdrachten verder te ontwikkelen en voorzichtig te zijn met het formuleren van eventueel aanvullende opgaven voor de buurtteams. De commissie gaf verder aan dat het wenselijk is om de Buurtteams tijd te gunnen om de huidige opdrachten verder te ontwikkelen en een stevige inbedding in de organisatie en stad te realiseren.
In 2016 is verder ingezet op de cascade: dit is de gewenste beweging naar voren, waarbij de inzet verschuift van specialistische jeugdhulp naar Buurtteam en van Buurtteam naar sociale basis. Dit vanuit de overtuiging dat investeren in het gewoon opgroeien en de basiszorg ruimte biedt voor afbouw van de specialistische zorg én kwalitatief beter zorg dichtbij in de buurt. Hiervoor is het afgelopen jaar veel in gang gezet. De buurtteams worden goed gevonden, wat tegelijkertijd ook voor spanning zorgt op de cascade. Op meerdere plekken in de stad worden buurtteams geconfronteerd met een forse instroom en caseload, waardoor soms tijdelijk wachtlijsten ontstaan. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat investeringen vanuit de buurtteams gedeeltelijk renderen buiten het terrein van de jeugdhulp, doordat buurtteams ook hulp bieden aan kinderen, jongeren en ouders op het terrein van werk en inkomen, onderwijs en veiligheid. Dit past bij onze visie: doen wat nodig is. Daarnaast krimpt de aanvullende zorg, maar vooralsnog minder hard dan verwacht. Hierdoor groeit de vraag naar basiszorg en is er tegelijkertijd ook behoefte om meer te investeren in de sociale behoefte. De kost gaat hier voor de baat uit, zo is onze verwachting.
Zorg voor Jeugd sluit goed aan bij de vraag van de gebruiker, is snel beschikbaar en eenvoudig en efficiënt georganiseerd
In 2016 heeft het Buurtteam zich verder doorontwikkeld en is de samenwerking met de partners van de aanvullende zorg versterkt. Zo is verder geïnvesteerd op de samenwerking tussen Buurtteams en huisartsen: zij hebben een gezamenlijke visie op basiszorg voor jeugdigen met psychische klachten opgesteld. Aan de hand van een pilot wordt deze visie getoetst in de praktijk. Daarnaast is ingezet op samenwerking en afstemming met de aanvullende zorg op het gebied van consultatie. Kennis vanuit de aanvullende zorg wordt zo naar voren gebracht: dit komt de kwaliteit van de basiszorg ten goed. Tenslotte is geïnvesteerd in het buurtgericht organiseren van specialistische jeugdhulp. In 2016 is een pilot voorbereid waarbij vanaf 2017 in twee buurten ervaring wordt opgedaan in het buurtgericht organiseren van specialistische jeugdhulp. Het doel van de pilot is de zorg dichterbij te organiseren vanuit een netwerk dat uit basiszorg (huisartsen en Buurtteams) en expertise uit specialistische jeugdhulp bestaat. Wij verwachten dat deze werkwijze bijdraagt aan het sneller inzetten van de juiste hulp voor de cliënt dichtbij de eigen leefomgeving.
In samenspraak met cliënten, zorgaanbieders en andere belanghebbenden is het afgelopen jaar geïnvesteerd in het formuleren van gemeenschappelijke uitgangspunten voor het verder ontwikkelen van jeugdhulp met verblijf. Dit heeft geleid tot een set aan uitgangspunten, gebaseerd op ervaring en signalen van cliënten, om de vernieuwing van deze vorm van jeugdzorg komende jaren verder vorm te geven. Hierbij is de gemene deler dat in de toekomst in Utrecht zoveel mogelijk kwetsbare kinderen en jongeren opgroeien in hun eigen buurt of plek die aansluit bij hun dagelijkse leven. Zo gewoon mogelijk is hierbij het credo. In de stad waar dit kan, daar buiten waar dat beter is. Zorgaanbieders in de stad omarmen de visie dat kinderen en jongeren in Utrecht niet uit huis worden geplaatst, tenzij het echt niet anders kan. Aanbieders van jeugdhulp met verblijf stellen steeds meer en vaker hun expertise beschikbaar ten behoeve van de basiszorg die Buurtteams verlenen. De vraag naar uitstroommogelijkheden in de vorm van zelfstandige woonruimte voor kwetsbare jongvolwassenen is het afgelopen jaar scherper in beeld gebracht. Het initiatief om middels een plan van aanpak extra zelfstandige woonruimte voor deze groep jongeren beschikbaar te krijgen is gestart.
In 2016 hebben we onze kennis en expertise beschikbaar gesteld voor een landelijk traject om te komen tot vermindering van administratieve lasten. In deze landelijke aanpak wordt aangestuurd op een vermindering van de regeldruk en administratieve lasten op basis van drie inkoopmodellen, waarvan het Utrechtse model er één is.
In 2016 hebben wij in de verantwoording gebruik gemaakt van het model van Simons. Deze werkwijze is passend bij de inkoopvorm die wij hanteren en draagt bij aan het terugdringen van de administratieve last bij de aanbieders.
Effectindicator | Bron | Nulmeting | Doelstelling | Realisatie | |
---|---|---|---|---|---|
E1 | Percentage ouders dat aangeeft weinig tot geen problemen te hebben met opvoeden | Utrecht Monitor | 2015 | n.v.t. | 90% |
E2 | Percentage jongeren dat op volwassen leeftijd in staat is het leven zelfstandig vorm te geven | 94% | |||
Toelichting: Dit cijfer is geoperationaliseerd als % 17-22 jarigen met een startkwalificatie of inschrijving bij een onderwijsinstelling. | |||||
E3 | Percentage (leerlingen) met hoog/bovengemiddeld risico op psychosociale problemen | 11% | |||
Toelichting: De jeugdmonitor wordt eens per 2 jaar afgenomen. Dit cijfer is gebaseerd op de meting 2015-2016. | |||||
E4 | Percentage gezinnen/jongeren dat aangeeft zich door hulp of ondersteuning beter te kunnen redden | KTSD | 2016 | n.v.t. | 87% |
E5 | Aantal aangehouden jeugdige verdachten ten opzichte van het totaal aantal jeugdigden | 1,7% |
Basisvoorzieningen zijn georganiseerd en initiatieven worden ondersteund
De sociale basis is een bestaand, breed en dynamisch veld: er zijn vele ontwikkelingen gaande en de behoeften van kinderen en ouders zijn aan verandering onderhevig, en verschillen per buurt. Op deze ontwikkelingen spelen we snel en flexibel in, door continu in gesprek te zijn met ouders, kinderen en partners in de buurt. Op basis van deze gesprekken willen we de sociale basis, daar waar nodig, versterken: we willen de mogelijkheden en kansen van kinderen en opvoeders vergroten zodat kinderen ‘gewoon op kunnen groeien’ en niet belemmerd worden door hun eigen problematiek of externe omstandigheden. De versterking zetten we in op drie thema’s; ‘iedereen doet mee’, ‘samen leven, samen opgroeien, in de buurt’ en ‘ondersteuning dichtbij’.
1. Iedereen doet mee
We werken aan een stad waarin alle kinderen kunnen meedoen en optimale kansen krijgen om zich te ontwikkelen. Zoveel mogelijk in reguliere voorzieningen, ook voor kinderen met een beperking en/of psychische- of gedragsproblematiek.
Pilot kinderopvang
In gesprek met ouders, Buurtteams en kinderopvangorganisaties is in 2016 een pilot gestart om te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om kinderen met een (lichte) beperking of gedragsstoornis op te vangen op een reguliere BSO. De pilot vindt plaats op twee locaties (Leidsche Rijn en Utrecht Oost) en zijn in eerste instantie gericht op kinderen met autisme. De pilots lopen op beide locaties van half oktober 2016 tot najaar 2017.
2. Samen leven, samen opgroeien, in de buurt
Opvoeden en opgroeien gebeurt niet alleen in het gezin. Ouders hebben vaak behoefte aan contact met andere ouders om opvoedervaringen en –tips uit te wisselen. Het helpt om de eigen ervaringen in perspectief te plaatsen als die worden afgezet tegen de ervaringen van een ander.
Wijkacademie
Een voorbeeld om van ouders te horen wat er in de wijk nodig is, is de wijkacademie. De wijkacademie wordt gevormd door een groep bewoners. Zij gaan met elkaar aan de slag met thema’s die spelen in de wijk rondom gewoon opgroeien en opvoeden. In 2016 is een start gemaakt met de wijkacademie in de wijken Hoograven, Kanaleneiland en Leidsche Rijn. De wijkacademie is een methodiek binnen de Academische Werkplaats Transformatie Jeugd (AWTJ) en heeft als doel:
- Ouders en betrokken burgers hebben het vermogen (competenties en zelfvertrouwen) om met anderen verbindingen aan te gaan die ondersteunend zijn bij de opvoeding
- Er zijn structuren in de wijk die ouders en betrokken burgers faciliteren in het aangaan van verbindingen met anderen.
Sterke professionals in samenwerking met ouders
De platforms in de wijken waarbinnen professionals van verschillende organisaties elkaar ontmoeten en constructief samenwerken zijn in 2016 gecontinueerd. Daarnaast zijn er een aantal wijken sociale wijktafels georganiseerd waar we in 2017 mee verder gaan. Deze overlegstructuren benutten we om te kijken waar extra inzet nodig is om het Gewoon Opgroeien te versterken. Hierbij worden ook ouders en kinderen betrokken.
Speeltuinen
In de periode van september 2015 tot begin februari 2016 hebben meer dan honderd personen vanuit de twintig beheerde speeltuinen samen ontdekt, geëxperimenteerd en geleerd. In dit proces is er door de betrokkenen per speeltuin een beheerplan opgesteld, hoe deze per 2018 vormgegeven moet worden. Dit heeft geresulteerd in het stedelijke advies om het speeltuinwerk, daar waar er voldoende draagvlak is vanuit buurtbewoners, te verzelfstandigen. Speeltuininitiatieven die al in de startblokken stonden hebben in goed overleg met de sociaal makelorganisaties de ruimte gekregen om de volgende stap te zetten en initiatieven die nog niet zo ver zijn krijgen de tijd om zich naar zelfstandigheid door te ontwikkelen.
Jongerenwerk
In 2016 zijn we een nieuwe subsidierelatie aangegaan met Stichting JoU voor de uitvoering van het jongerenwerk voor de jaren 2016 tot en met 2019. We hebben voortgebouwd op de ingeslagen weg en werkwijze en een stevige positie van het jongerenwerk binnen het Gewoon Opgroeien gecontinueerd.
Het afgelopen jaar heeft het jongerenwerk een onderzoek afgerond onder ouders, waarbij 197 enquêtes onder ouders zijn afgenomen. Ouders zijn tevreden en waarderen het jongerenwerk met het cijfer acht gemiddeld.
Kinderrechtenstad
Utrecht wil een stad zijn die luistert naar de stem van kinderen op onderwerpen die hun aangaan. Daarom hebben we de beweging kinderrechtenstad ingezet met een kick off bijeenkomst op 20 november 2015. We hebben ons in 2016 gericht op het creëren van draagvlak zowel binnen de gemeentelijke organisatie als bij de partners in de stad. We hebben initiatieven uit de stad ondersteund en gefaciliteerd. In 2016 zijn er rondom het thema kinderrechten ruim twintig activiteiten georganiseerd, gericht op het verzamelen van ideeën en de verdere uitwerking van het thema kinderrechten. Er is een netwerk opgezet van, voor en door kinderrechtenorganisaties in de stad. Zij hebben een adviserende rol bij de verdere uitwerking van dit thema. Op 23 november jl. vond het kinderrechtensymposium plaats. Een symposium ter inspiratie, zowel voor professionals als voor de gemeentelijke inzet op dit thema in 2017. Als opmaat naar dit symposium vonden in verschillende Utrechtse wijken activiteiten met kinderen plaats om het onderwerp kinderrechten in de stad onder de aandacht te brengen.
Vreedzame Wijk
De Vreedzame Wijk is als eenduidige pedagogische aanpak ingevoerd voor alle organisaties ‘in de wijk’ die werken met kinderen en jongeren. We hebben de afgelopen jaren gestimuleerd dat deze werkwijze rond De Vreedzame Wijk op verschillende plekken in de stad werd ingevoerd. Inmiddels zijn negen wijken in Utrecht Vreedzaam. In 2016 is goed merkbaar geworden dat het concept van De Vreedzame Wijk een ‘merknaam’ is geworden in de stad. In 2016 is met het project De Vreedzame Wijk 2.0 een methodiek ontwikkeld om de betrokkenheid van ouders en bewoners bij De Vreedzame Wijk te bevorderen en sociale netwerken rondom gezinnen te versterken, in onder andere Kanaleneiland. Hierbij is aansluiting gezocht bij lopende projecten gericht op ouders, kinderen en samenwerking gezocht met vrijwilligers en professionals uit de sociale basis die in de wijk actief zijn.
3. Ondersteuning dichtbij
Opgroeien gaat soms gepaard met kleine of grotere problemen en vragen. Veel gezinnen hebben voldoende veerkracht om hun vraagstukken zelf op te lossen, maar soms zijn de draagkracht en draaglast van een gezin langdurig uit balans. Bijvoorbeeld door de zorg voor een kind met een beperking, financiële problemen of een psychische stoornis of verstandelijke beperking bij ouders. In dit soort situaties willen we gezinnen de ondersteuning bieden die zij nodig hebben om hen in staat te stellen goed om te gaan met het probleem en uitdagingen waarvoor zij staan.
Steunouders
Sinds 2016 kan een beroep worden gedaan op informele zorg door steunouders. Met steunouders bedoelen we getrainde vrijwilligers, die worden ‘gekoppeld’ aan een gezin waar draaglast en draagkracht langdurig uit balans zijn. De zorg kan bestaan uit het regelmatig opvangen van een kind, een weekend logeren of het fungeren als voorbeeld of maatje voor de ‘vraagouder’. Deze ondersteuning wordt als zeer waardevol ervaren. In de eerste plaats door de ‘vraagouders’ zelf, maar ook door de betrokken professionals.
Thuisbegeleiding
Sommige ouders zijn langdurig aangewezen op hulp bij het ‘runnen’ van hun huishouden, bijvoorbeeld als gevolg van een psychische stoornis of een verstandelijke beperking. In deze gevallen kan thuisbegeleiding worden ingezet. Afgelopen jaar is er gewerkt aan optimalisering van de inzet van thuisbegeleiding en verbetering van de samenwerkingsafspraken met de Buurtteams.
Een stedelijk dekkend, goed functionerend netwerk van buurtteams Jeugd en Gezin
De Buurtteams Jeugd en Gezin vormen de spil van het Utrechtse Model voor jeugdhulp. Ze bieden hoogwaardige, generalistische ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen. De teams zijn, gezamenlijk met de Buurtteams Sociaal, verspreid over de stad gevestigd in achttien buurten en daarmee voor iedere inwoner dichtbij beschikbaar.
De Buurtteams werken in toenemende mate goed samen met belangrijke partners in de wijk zoals huisartsen, wijkverpleging, wijkagenten, sociaal makelaars en diverse jeugdhulporganisaties. Zij blijven over deze samenwerking in gesprek. Basiszorg voor jongeren met psychische problemen is verbeterd door intensievere samenwerking met huisartsen. Daarnaast werken ze intensief samen met aanbieders van aanvullende zorg en met SAVE. De kanteling schulddienstverlening zorgt voor meer adequate kennis bij Buurtteam en hulp bij gezinnen en de introductie van het Citydeal overleg zorgt voor het slechten van systeemproblemen.
Gezinnen met een hulpvraag wisten het Buurtteam goed te vinden. De Buurtteams hielpen in 2016 ruim 8.500 gezinnen, waar in totaal ruim 19.000 unieke cliënten bij betrokken waren. De instroom in 2016 bedroeg zo’n 5250 gezinnen. Bijna 87% van de gezinnen geeft aan zelfstandig verder te kunnen na beëindiging van de ondersteuning (in 2015 was dit 77%). Bij gezinnen waarbij dat nodig is onderhoudt het Buurtteam een ‘waakvlamcontact’ om in te kunnen springen als dat nodig is.
Naast de directe ondersteuning aan gezinnen werken de Buurtteams in diverse verbanden, met interne én externe collega’s, aan een groot aantal ontwikkelingsopgaven om de Utrechtse zorg voor jeugd verder vorm te geven. Het gaat daarbij inhoudelijk om thema’s als consultatie van- en samenwerking met specialisten uit de aanvullende zorg zodat de Buurtteams in toenemende mate in staat zijn om cliënten dichtbij huis en vooral vanuit de Buurtteams te ondersteunen. Ook met SAVE en basisvoorzieningen zoals onderwijs, jeugdgezondheidszorg, sociaal makelaars en JoU is intensief samengewerkt.
De Buurtteams hebben in de afgelopen twee jaar veel geleerd over de verschillende buurten en de wijze waarop ze goed kunnen aansluiten op de behoeften en vragen van de inwoners. Extra aandacht is er bijvoorbeeld voor complexe echtscheidingen in Leidsche Rijn, voor systeemproblemen in Ondiep, voor huurachterstanden in Kanaleneiland en Overvecht, voor verwijzingen en normaliseren in De Meern en Noordoost en voor kinderen met gedragsproblemen in kinderrijke wijken.
Onderwijs
Sinds 2015 levert het Buurtteam op iedere basisschool basishulp; met de scholen worden afspraken gemaakt over de aanwezigheid en de rol van het Buurtteam. Hierbij worden signalen vanuit de scholen opgevangen, waarna de Buurtteams de kinderen in hun context (zowel thuis als op school) waar nodig begeleiden. Dit gebeurt ook op het voorgezet onderwijs: het VO-team is aan alle voortgezet onderwijsscholen in Utrecht gekoppeld. Tot slot is de in 2015 gestarte pilot met het MBO-team in 2016 doorgezet. Deze pilot biedt Lokalis de kans om, samen met een aantal MBO-scholen, te leren hoe de inzet vanuit het MBO-team in de praktijk vorm krijgt.
Vanuit de gemeente Utrecht is een werkgroep opgericht om samen met het Passend Onderwijs, Lokalis en de Samenwerkingsverbanden te kijken naar de juiste afstemming, zowel op inhoudelijk als financieel gebied, om passend onderwijs op (voortgezet) speciaal onderwijsscholen mogelijk te maken.
Dyslexie
Het afgelopen jaar was er sprake van een verhoogde instroom van cliënten met enkelvoudige ernstige dyslexie. Met Passend Onderwijs, schoolbesturen en zorgpartijen hebben we actief het gesprek gezocht om deze verhoogde instroom te verklaren en de mogelijkheden te verkennen hoe deze instroom kan worden teruggebracht op prevalentieniveau.
Passende aanvullende zorg voor gezinnen die dat nodig hebben
In 2016 is in toenemende mate geïnvesteerd in het bouwen aan relaties rond het aanbod aan aanvullende zorg in Utrecht. Zo hebben Buurtteams netwerkbijeenkomsten met aanbieders op buurtniveau belegd, heeft de gemeente de kwartaalgesprekken verder geprofessionaliseerd en is er voor vrijgevestigde en kleine aanbieders iedere maand inloopspreekuren georganiseerd. Er is een structureel overleg vanuit de basiszorg met huisartsen en Buurtteams van de grond gekomen en er zijn pilots opgestart (zie paragraaf 2.3). Vanuit de toenemende vraag naar JGGZ zijn er een drietal bijeenkomsten met jeugdhulpaanbieders geweest die, verbreed van JGGZ naar specialistische zorg, hebben geleid tot een pilot buurtgerichte specialistische zorg die in 2017 start.
Om ervoor te zorgen dat cliënten de juiste zorg ontvangen én de middelen doelmatig worden besteed is de Commissie Passend Alternatief ingericht. Deze commissie bestaat uit onafhankelijke professionals die beoordelen of er een passend alternatief in gecontracteerde aanbod voorhanden is. Als dit niet het geval is, wordt het budget van een gecontracteerde aanbieder opgehoogd of een declaratiebrief voor een niet-gecontracteerde aanbieder opgesteld. Omdat we in het najaar concludeerden dat de budgetten van de JGGZ aanbieders bijna waren uitgeput hebben we hier extra in geïnvesteerd naast de al genoemde acties om met elkaar te blijven leren in de samenwerking en vernieuwing. Samen met andere gemeenten in de provincie Utrecht is de inkoop van enkele zeer specialistische vormen van zorg ook in 2016 gezamenlijk afgestemd.
Om richting te geven aan de vernieuwing van jeugdhulp met verblijf vonden het afgelopen jaar meerdere dialoogsessies plaats. Tijdens deze bijeenkomsten werd samen met zorgaanbieders en andere belanghebbenden een gemeenschappelijke visie ontwikkeld op jeugdhulp met verblijf. De voornaamste uitgangspunten van deze visie zijn dat:
- jongeren zo snel mogelijk een stabiele plek vinden om te wonen;
- niet onnodig worden verplaatst van het ene verblijf naar het andere;
- en zo gewoon mogelijk opgroeien.
Hierbij willen we binnen de jeugdhulp met verblijf meer aandacht voor inbreng van ouders of andere belangrijke anderen van de jeugdigen. We onderzoeken met partijen waar (intensieve) ambulante hulpvormen een alternatief kunnen zijn voor jeugdhulp met verblijf. Met aanbieders van pleegzorg is in 2016 een traject doorlopen met als resultaat dat pleegzorgaanbieders gezamenlijk het initiatief nemen om te komen tot een plan ‘ontwikkelperspectief pleegzorg 2020’.
Ten slotte is het afgelopen jaar intensief samenwerking gezocht met het wonen-domein om de vraag naar woningen voor kwetsbare jongvolwassenen te adresseren met meer geschikt en betaalbaar aanbod aan kamers, studio’s en kleine woningen voor deze doelgroep. In het actieplan sociale woningbouw heeft deze vraag naar extra betaalbare woonruimte een plek gekregen.
Passende uitvoering van Jeugdbescherming Nieuwe Stijl om de veiligheid van kinderen te borgen
Jeugdbescherming Nieuwe Stijl is de inzet van de jeugdbeschermingsmaatregelen, jeugdreclasseringmaatregelen, inzet van Veilig Thuis en inzet op preventie (drang). De SAVE teams werken nauw samen met de Buurtteams, dit betekent dat de werkwijze op elkaar aansluit en dat het werkgebied van de SAVE teams aansluit op die van de Buurtteams. Door goede samenwerking en preventieve inzet van SAVE en het Buurtteam kan voorkomen worden dat er maatregelen worden opgelegd én wordt tegelijkertijd de ondergrens van veiligheid bewaakt.
Na een sterke afname van het aantal opgelegde maatregelen in 2015 zagen we in 2016 een minder sterke afname dan aanvankelijk geprognotiseerd. De voorzichtige conclusie is dat het aantal maatregelen zich lijkt te stabiliseren. De zaken waarbij nog wel een maatregel wordt uitgesproken, worden door SAVE professionals als complex en zwaar betiteld. De Buurtteams maakten in 2016 minder gebruik van SAVE consult en advies dan in 2015, maar schakelden SAVE meer dan verwacht in voor kortdurende begeleidingen. Dit laatste had ook een directe relatie met de wachtlijsten bij de Raad voor de Kinderbescherming; ter overbrugging van de wachtlijsten werd begeleiding geboden door SAVE teams. Op de uitvoering van jeugdbeschermingsmaatregelen, jeugdreclasseringmaatregelen en preventie (drang) is in 2016 een taakstelling gerealiseerd van 10%, zonder dat dit in 2016 leidde tot krapte in het aanbod of wachtlijsten.
Prestatie-indicator | Bron | Nulmeting | Doelstelling | Realisatie | |
---|---|---|---|---|---|
P1 | Cliëntervaring jongerenwerk | n.t.b. | |||
P1 | Bereik jongerenwerk | Eindverantwoording | 2013 | 2.308 | |
P2.1 | Clientervaring buurtteams | Verantwoording buurtteamorganisaties | 2015 | 7,9 | |
P2.2 | Tijd tussen melding en start contact | KTSD | 2015 | Gemiddeld 14 dagen | |
P2.3 | % volgens plan beëindigde trajecten | KTSD | 2015 | 74% | |
P2.4 | Aantal doorverwijzingen naar aanvullende zorg | 2.570 | |||
P3.1 | Tijd tussen melding en start hulp | Verantwoording zorgaanbieders | 2015 | n.t.b. | |
Toelichting: Het berichtenverkeer is op het onderdeel wachttijd nog niet altijd volledig betrouwbaar. Er wordt samen met aanbieders hard aan gewerkt om dit in 2017 te verbeteren. | |||||
P3.2 | % volgens plan beëindigde trajecten | Rapportages zorgaanbieders | 2016 | 64% | |
P3.3 | Cliëntervaring Aanvullende zorg | Verantwoording zorgaanbieders | 2015 | 80% | |
Toelichting: Percentage respondenten uit het cliëntervaringsonderzoek dat de hulp of ondersteuning van de Aanvullende zorg en/of Buurtteams als goed waardeert. In het volgende cliëntervaringsonderzoek wordt de cliëntervaring Aanvullende zorg apart gemeten. | |||||
P4.1 | Verhouding drang- dwangmaatregelen gecertificeerde instelling | Landelijke dataset | CBS: 2011(1.525) | N.t.b. | |
P4.2 | Tijd tussen melding en start maatregel | Verantwoording van de gecertificeerde instelling | 2015 | 5 werkdagen | |
P4.3 | Aantal uit huis plaatsingen | n.t.b. | |||
P4.4 | Cliëntervaring van de gecertificeerde instelling | Verantwoording van de gecertificeerde instelling | 2015 | n.t.b. |
Nominale begroting 2016 | Actuele begroting 2016 | Realisatie 2016 | Verschil actueel / realisatie | ||
---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||
15-1-1-1 | Gewoon opvoeden | 0 | 0 | 54 | 54 |
15-1-1-3 | Aanvullende zorg | 0 | 0 | 394 | 394 |
Totaal baten | 0 | 0 | 449 | 449 | |
Lasten | |||||
15-1-1-1 | Gewoon opvoeden | -2.919 | -2.859 | -2.688 | 171 |
15-1-1-2 | Buurtteams Jeugd en Gezin | -14.240 | -14.282 | -16.268 | -1.986 |
15-1-1-3 | Aanvullende zorg | -51.032 | -47.074 | -41.056 | 6.019 |
15-1-1-4 | Jeugdbescherming | -11.553 | -10.547 | -10.589 | -41 |
Totaal lasten | -79.743 | -74.763 | -70.600 | 4.163 | |
Saldo baten en lasten | -79.743 | -74.763 | -70.152 | 4.611 | |
Mutaties reserves | |||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Onttrekking reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo na mutaties reserves | -79.743 | -74.763 | -70.152 | 4.611 |
(Bedragen x € 1.000)
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Op het programma Jeugd is een overschot gerealiseerd van 4,612 miljoen euro. Het betreft een incidenteel overschot. Hoewel we verwachten dat de kosten op de landelijk ingekochte zorg en PGB op hetzelfde niveau blijven als in 2016, zien we dat de vraag in de basiszorg toeneemt. De voor de cascade gewenste afname van de vraag in de aanvullende zorg zien we (nog) niet voldoende terug om hiermee ook de kortingen op de rijksmiddelen op te kunnen vangen.
Gewoon opvoeden
Geen opmerkingen.
Buurtteams Jeugd en gezin
Op de Buurtteams Jeugd en gezin is een tekort gerealiseerd van 1,986 miljoen euro. In 2016 is een aanvullende subsidie aan het Buurtteam verstrekt van 1,850 miljoen euro zodat het Buurtteam de capaciteit kon aansluiten op de groeiende vraag. Zoals we bij de tweede bestuursrapportage en de commissiebrief van 19 januari 2016 al meldden, dekken we deze extra subsidie uit het overschot op de aanvullende zorg. Overige kleinere afwijkingen binnen de doelstelling leiden tot 0,136 miljoen euro hogere lasten.
Aanvullende zorg
Op de aanvullende zorg is een overschot ontstaan van 6,413 miljoen euro. De baten van 0,394 miljoen euro betreffen een niet begroting afrekening over 2015 met een aanbieder.
Op de lasten is een overschot ontstaan van 6,019 miljoen euro. Op het persoonsgebonden budget (PGB) is uiteindelijk 3,274 miljoen euro minder uitgegeven, waarvan 1,030 miljoen euro vanuit de afrekening 2015. Op de landelijk ingekochte zorg (LTA) is een overschot ontstaan van 2,710 miljoen euro, waarvan 1,185 miljoen euro vanuit de afrekening over 2015. Overige kleine afwijkingen leiden per saldo tot 0,035 miljoen euro lagere kosten.
Jeugdbescherming
Geen opmerkingen.
Meer details
Wat heeft dat per product gekost?
Productcode | Productnaam | Nominale begroting 2016 | Actuele begroting 2016 | Realisatie 2016 | Verschil actueel / realisatie |
---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||
Gewoon opvoeden | |||||
6651 | Jeugd en vrije tijd | 0 | 0 | 54 | 54 |
Aanvullende zorg | |||||
6661 | Specialistische ondersteuning | 0 | 0 | 0 | 0 |
6664 | Complexe problematiek | 0 | 0 | 394 | 394 |
Totaal baten | 0 | 0 | 449 | 449 | |
Lasten | |||||
Gewoon opvoeden | |||||
6650 | Verwijsindex en Jeugdmonitor | -174 | -54 | -53 | 1 |
6651 | Jeugd en vrije tijd | -2.745 | -2.805 | -2.635 | 171 |
Buurtteams Jeugd en Gezin | |||||
6365 | OV Versnelling-Opvoeden en opgroeien | 0 | -325 | -284 | 41 |
6655 | Buurtteams Jeugd en Gezin | -14.240 | -13.957 | -15.984 | -2.027 |
Aanvullende zorg | |||||
6660 | Generalistische ondersteuning | 693 | -338 | -348 | -10 |
6661 | Specialistische ondersteuning | -22.945 | -21.336 | -20.827 | 509 |
6662 | Residentiele hulp | -16.888 | -13.516 | -14.220 | -704 |
6663 | Crisis Jeugdzorg | -1.813 | -1.813 | -1.065 | 748 |
6664 | Complexe problematiek | -10.079 | -10.071 | -4.595 | 5.476 |
Jeugdbescherming | |||||
6665 | AMHK | -184 | -201 | -207 | -6 |
6666 | SAVE | -11.369 | -10.347 | -10.382 | -35 |
Totaal lasten | -79.743 | -74.763 | -70.600 | 4.163 | |
Saldo baten en lasten | -79.743 | -74.763 | -70.152 | 4.611 | |
Mutaties reserves | |||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Onttrekking reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo na mutaties reserves | -79.743 | -74.763 | -70.152 | 4.611 |
(Bedragen x € 1.000)
Investeringen
Voor deze subdoelstelling zijn investeringen niet van toepassing.
Subsidies
Prestatie- | Subsidie- | Omschrijving Subsidiedoelstelling | Begroting 2016 | Realisatie 2016 | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|---|
Ambulant jongerenwerk | Activeren van jeugdigen en bieden van mogelijkheden tot optimale ontwikkeling | 1.660 | 1.849 | -189 | ||
Kinder- en jongerenwerk | Meidenwerk, circus, jeugdverenigingen | 112 | 110 | 2 | ||
BSO+ | Pilot BSO+ | 0 | 79 | -79 | ||
Versnelling Overvecht Opvoeden en Opgroeien | Versnelling Overvecht Opvoeden en Opgroeien | 0 | 61 | -61 | ||
Totaal Prestatiedoelstelling 1.1.1 Basisvoorzieningen zijn georganiseerd en initiatieven worden ondersteund | 1.772 | 2.099 | -327 | |||
Buurtteams jeugd en gezin | Integraal inzetten van jeugdzorgaanbod zonder indicatiestelling | 14.850 | 14.959 | -109 | ||
Totaal Prestatiedoelstelling 1.1.2 Een stedelijk dekkend, goed functionerend netwerk van buurtteams Jeugd en Gezin | 14.850 | 14.959 | -109 | |||
Jeugdhulp | Trajectmanagement, woonbegeleiding, onderwijshulpverlening en intensieve hulp bij opgroeiproblemen voor jongeren | 566 | 566 | 0 | ||
Zwerfjongeren | Preventie en duurzaam herstel uitgaande van participatie en eigen kracht van zwerfjongeren door tijdelijke intensieve acties | 968 | 949 | 19 | ||
Totaal Prestatiedoelstelling 1.1.3 Aanvullende jeugdhulp | 1.534 | 1.515 | 19 | |||
Totaal Subdoelstelling | 18.156 | 18.573 | -417 | |||
Bedragen zijn in duizenden euro's |