Gemeente Utrecht

Lokale heffingen

Deze paragraaf bevat onze verantwoording over de lokale heffingen in 2016.

Lokale heffingen bestaan uit belastingen en retributies. Bij de belastingen wordt ingegaan op het kwijtscheldingsbeleid. Tevens wordt de oninbaarheid beschreven alsmede de belastingdruk.

Belastingen
Belastingen zijn gedwongen bijdragen van de burger aan de gemeente. De opbrengsten komen in de algemene middelen van de gemeente, waardoor ze voor een uiteenlopend aantal doelen kunnen worden ingezet. Een uitzondering hierop vormen de rioolheffingen en de afvalstoffenheffing. Dit zijn algemene belastingen, maar de opbrengsten mogen alleen ingezet worden om de kosten te dekken die de gemeente voor het rioolstelsel en het inzamelen van afvalstoffen maakt.

Een gemeente mag alleen de belastingen heffen die in de wet zijn opgenomen. In veel gevallen heeft de wetgever de bevoegdheid nader ingekaderd door de belastingplicht en de grondslagen en heffingsmaatstaven in de wettekst op te nemen. Voor zover de wetgever dat niet heeft gedaan resteert er voor de gemeenten nog een (beperkte) vrijheid om dat zelf in te vullen.

Overzicht tarieven en opbrengsten 2016

Opbrengst

Tarief 2016

nominale begroting

actuele begroting

realisatie

Onroerende-zaakbelastingen (*)(**)

90.246

92.796

91.190

  • Eigendom woningen

0,1096%

  • Eigendom niet woningen

0,3241%

  • Gebruik niet-woningen

0,2618%

Rioolheffing (**)

37.755

37.755

38.736

  • Aansluitrecht

233,51

  • 0 – 50.000 m3

1,83

  • 50.001 – 100.000 m3

1,76

  • 100.001 – 150.000 m3

1,63

  • > 150.000 m3

1,48

Afvalstoffenheffing (**)

28.701

28.701

28.936

  • Eenpersoonshuishouden

205,05

  • Meerpersoonshuishouden

242,84

Hondenbelasting (**)

561

569

549

  • Per hond

72,84

  • Kennel

217,08

Toeristenbelasting

5%

1.591

1.591

2.235

Precariobelasting

Diverse

562

562

552

Precariobelasting inname openbare grond (***)

Diverse

250

350

679

Parkeerbelasting

Diverse

25.433

25.433

26.552

Totaal

185.099

187.757

189.429

Opbrengsten in duizenden euro's
(*) opbrengst onroerende-zaakbelastingen inclusief aandeel ondernemersfonds
(**) opbrengst ná kwijtschelding en oninbaar

Toelichting op de tarieven en opbrengsten

Onroerende-zaakbelastingen
Alle eigenaren van woningen en alle eigenaren en gebruikers van niet-woningen betalen onroerende-zaakbelasting. De grondslag van de belasting is de waarde van een woning of niet-woning. Deze waarde wordt elk jaar opnieuw vastgesteld. De aanslagen 2016 zijn naar de waardepeildatum 1 januari 2015 vastgesteld.

Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie
De opbrengsten OZB laten een nadeel zien van 1,606 miljoen euro. Uit het onderzoek naar een verschil in debiteurenstand tussen de BghU en Gemeente Utrecht is gebleken dat de BghU nog 0,446 miljoen euro moet afdragen aan de gemeente. Dit is in 2016 gebeurd. Op de oude belastingjaren is een nadelig resultaat gerealiseerd van 1,035 miljoen euro. Voornamelijk het gevolg van meer dan geraamde verminderingen in het belastingjaar 2015. Deze zijn het gevolg van bezwaar en beroepsprocedures en ambtshalve verminderingen van beschikkingen. De belastingopbrengst 2016 is 1,016 miljoen euro achtergebleven bij de begroting. Dit heeft zijn oorzaak in de opbrengst van de niet-woningen. Enerzijds is er sprake van een minder negatieve waardeontwikkeling dan begroot, anderzijds is er sprake van een lagere volumestijging dan geraamd.

Afvalstoffenheffing
De gemeente heeft de wettelijke plicht om zorg te dragen voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
In 2016 kregen minder eenpersoonshuishoudens een aanslag. Daar staat tegenover dat het aantal meerpersoonshuishoudens die afvalstoffenheffing betaalden hoger lag dan begroot. De opbrengst 2016 bleef hierdoor 0,231 miljoen euro achter bij de begroting. Op oude jaren werd, voornamelijk als gevolg van minder kwijtschelding en oninbaar, een voordeel geboekt van 0,467 miljoen euro.

Rioolheffing
Alle eigenaren van een perceel dat is aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel betalen een vast bedrag aan rioolheffing. Daarnaast betalen gebruikers die meer dan 250 m3 water afvoeren een gebruikersbelasting afhankelijk van de afgevoerde hoeveelheid water.
De opbrengst van de rioolheffing wordt gebruikt om invulling te geven aan de volgende gemeentelijke zorgplichten en taken:

  • een veilige inzameling en transport van afvalwater naar de zuivering, zonder risico’s voor bewoners of het milieu (zorgplicht afvalwater)
  • het zodanig opvangen en verwerken van hemelwater (regenwater), dat wateroverlast wordt voorkomen (zorgplicht hemelwater)
  • het voorkomen en verminderen van structurele grondwateroverlast door te hoge grondwaterstanden in de openbare ruimte (zorgplicht grondwater)
  • het samen met de waterschappen realiseren van veilig, gezond en aantrekkelijk oppervlaktewater waarlangs het goed wonen, werken en recreëren is.

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
Het aantal eigenaren dat een aanslag rioolheffing kreeg (aansluitrecht) was hoger dan begroot. Het aantal kubieke meters grootverbruik waarover de gebruikersheffing werd berekend bleef iets achter bij de begroting. Hierdoor was de opbrengst 2016 1,300 miljoen euro hoger dan begroot. Uit oude jaren is een negatief resultaat gerealiseerd van 0,319 miljoen euro.

Hondenbelasting
De houder van een hond betaalt hondenbelasting. Het houden van blindengeleidehonden en andere honden met een specifieke functie is vrijgesteld van de belasting. De belasting geldt per hond. Kennels kunnen in aanmerking komen voor een apart kenneltarief, onafhankelijk van het aantal honden.

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
Er werd voor minder honden een aanslag opgelegd.

Algemene toelichting
Ook in 2016 is een controle op hondenbezit uitgevoerd in een deel van de stad.

Toeristenbelasting
Personen van buiten de stad die in Utrecht overnachten in een hotel, B&B of een andere betaalde gelegenheid betalen toeristenbelasting. De belasting is een vast percentage van de overnachtingsprijs en wordt door de logies biedende ondernemer ingehouden en aan de gemeente afgedragen.

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
In 2016 was een toename te zien van de grondslag waarover de toeristenbelasting wordt berekend, als gevolg van een uitbreiding van het aantal belastingplichtigen en een gestegen omzet bij bestaande belastingplichtigen. Het resultaat voor 2016 komt daardoor 0,407 miljoen hoger uit dan begroot. Op oude jaren werd een voordelig resultaat van 0,222 miljoen euro gerealiseerd als gevolg van meer dan begrote inkomsten voor het vierde kwartaal van 2015.

Algemene toelichting
In 2016 zijn verdere stappen gezet om nieuwe overnachtingsconcepten op het gebied van short-stay en Airbnb onder de heffing van de toeristenbelasting te brengen. In 2017 zullen we dit continueren.

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen op, onder of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Het gaat bijvoorbeeld om uithangborden en terrassen.

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
Het aantal objecten waarvoor precariobelasting werd geheven bleef iets achter bij de begroting. De precariobelasting voor inname openbare grond (onder meer bouwterreinen) is in de verantwoording 2016 voor het eerst in de paragraaf lokale heffingen opgenomen. Doordat de belasting werd opgelegd over een groter areaal dan begroot is de opbrengst hoger dan begroot.  

Parkeerbelastingen
Parkeerbelastingen vormen een regulerende belasting. De belasting verbindt een prijs aan het parkeren in de stad op plaatsen waar de parkeerdruk hoog is. Op die manier wordt het parkeergedrag beïnvloed.
Bewoners en bedrijven binnen het betaald parkeergebied kunnen in aanmerking komen voor een vergunning. Bezoekers van bewoners in het betaald parkeergebied kunnen tegen een gereduceerd tarief parkeren, als er bewonerskorting voor bezoek is aangevraagd. Voor deze korting geldt een maximum van 70 uur per kwartaal. Ook zijn er aparte vergunningen voor personen die om maatschappelijke redenen vaak parkeren in de stad, zoals mantelzorgers en kraamhulpen.

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
De opbrengsten uit kort parkeren op straat zijn 8,1% hoger dan begroot. In 2016 is meer efficiency bereikt door het informatiegericht handhaven en de inzet van een data-analist. Deze efficiencymaatregelen waren bij de voorjaarsnota vanaf 2017 voorzien maar de baten stijgen eerder en forser dan verwacht. De opbrengsten in verband met parkeervergunningen zijn 0,157 miljoen euro hoger dan begroot. Dit is een toename van 2,6% ten opzichte van de begroting, die komt mede door het informatiegericht handhaven. In 2016 zijn 913 meer naheffingen gerealiseerd. Dit is een toename van 2,3%, dit komt door een gerichtere inzet van handhaving naar de mate van betalingsbereidheid in een gebied.

Bedrijveninvesteringszone
Utrecht kent één bedrijveninvesteringszone; de BIZ Woonboulevard. Deze BIZ is een voortzetting van de BIZ die al in dit gebied bestond. Met ingang van het belastingjaar 2016 is de BIZ voor een periode van in beginsel vijf jaar aangegaan.

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
Bij de BIZ worden de inkomsten door middel van een subsidie weer aan de belastingbetalende ondernemers teruggegeven.

Kwijtschelding
Belastingplichtigen kunnen kwijtschelding krijgen voor hun belastingaanslagen. Kleine ondernemers kunnen ook kwijtschelding krijgen, maar alleen voor de belastingaanslagen die zij als privépersoon ontvangen. Bedrijven komen niet voor kwijtschelding in aanmerking. Kwijtschelding is mogelijk voor de onroerende-zaakbelasting, de rioolheffing voor het eigenarengedeelte, de afvalstoffenheffing en de hondenbelasting voor ten hoogste twee honden.

De normen voor kwijtschelding worden landelijk vastgesteld. Gemeenten mogen zelf kiezen of ze de bijstandsnorm op 90% of 100% stellen. De gemeente Utrecht kiest voor 100%, waarmee de meest ruime kwijtscheldingsnorm wordt gehanteerd.

Het kwijtscheldingsbeleid is door uw gemeenteraad op 13 december 2012 vastgesteld.

Als van tevoren duidelijk is dat kwijtschelding wordt verleend, wordt er overgegaan tot automatische kwijtschelding. De belastingplichtige hoeft dan geen aanvraag voor kwijtschelding te doen.

Belasting

nominaal

actueel

realisatie

Ozb

11

11

5

Rioolheffing

7

7

4

Afvalstoffenheffing (eenpersoons)

933

933

152

Afvalstoffenheffing (meerpersoons)

2.052

2.052

152

Hondenbelasting

79

79

9

Totaal

3.082

3.082

3.034

Bedragen zijn in duizenden euro's

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
De onroerende-zaakbelastingen en de rioolheffingen worden geheven van eigenaren van woningen. Omdat de overwaarde van een woning meetelt bij de beoordeling van een verzoek om kwijtschelding, komen woningeigenaren minder snel in aanmerking voor kwijtschelding dan niet-woningeigenaren. In 2016 kwam geen enkele belastingplichtige voor de onroerende-zaakbelastingen in aanmerking voor kwijtschelding. Voor de rioolheffing betrof het slechts één belastingplichtige aan wie kwijtschelding werd verleend. Bij de afvalstoffenheffing kregen meer eenpersoonshuishoudens dan begroot kwijtschelding, terwijl het aantal meerpersoonshuishoudens juist lager was dan begroot. Het aantal honden waarvoor een aanslag is opgelegd, daalt licht. Als gevolg daarvan is ook het aantal kwijtscheldingen lager dan begroot.

Oninbaar
Van oninbaarheid is sprake als een belastingschuldige wel moet betalen, maar invordering op de gebruikelijke wijze in de praktijk niet (meer) mogelijk is. Dat doet zich bijvoorbeeld voor als de belastingschuldige failliet is gegaan of de belastingschuldige vertrokken is zonder dat de nieuwe verblijfplaats bij de invorderingsambtenaar bekend is. In onderstaand schema zijn de daadwerkelijk geboekte oninbare vorderingen opgenomen.

Belasting

begroot

realisatie

Ozb

580

1.576

Rioolheffing

117

416

Afvalstoffenheffing

115

371

Hondenbelasting

4

10

Toeristenbelasting

0

0

Precariobelasting

25

84

Parkeerbelasting

7

22

Totaal

848

2.479

Bedragen in duizenden euro’s.

Belastingdruk
Bij de belastingdruk is uitgegaan van een woningwaarde van 0,212 miljoen euro wat ongeveer overeenstemt met de gemiddelde woningwaarde in Utrecht in het belastingtijdvak 2016.

eigenaar

gebruiker

1 persoon

> 1 persoon

1 persoon

> 1 persoon

Ozb

232,35

232,35

Rioolheffing

233,51

233,51

Afvalstoffenheffing

205,05

242,84

205,05

242,84

Totaal

670,91

708,70

205,05

242,84

Eigenaren en gebruikers van niet woningen betalen onroerende-zaakbelastingen en rioolheffing.

Retributies
Het aanvragen van een paspoort of een rijbewijs of een vergunning om een dakkapel te bouwen en het sluiten van een huwelijk zijn voorbeelden van dienstverlening die aan individuele burgers wordt verleend. Met retributies kan de gemeente (een deel van) de kosten die gemaakt worden met de dienstverlening verhalen op de burger die om de dienstverlening vraagt.

Retributies zijn leges, gelden of rechten. De legesverordening is de meest algemene verordening. Hieronder vallen onder meer de aanvragen voor paspoorten en rijbewijzen en het sluiten van een huwelijk. De leges voor de aanvraag van een omgevingsvergunning is ondergebracht in een aparte verordening. Met de brug- schut- en havengelden en de marktgelden vraagt de gemeente een vergoeding voor de kosten van het bedienen van de bruggen en schutten, het gebruik van de havens en het mogelijk maken van de markten in de stad. De rechten begraafplaatsen zien op de kosten die de gemeentelijke begraafplaatsen oproepen.

De gemeentewet vereist dat de begrote opbrengsten van de retributies de begrote kosten niet overstijgen. Deze opbrengstlimiet geldt per verordening als geheel. Dat houdt in dat binnen een verordening sommige tarieven meer dan honderd procent kostendekkend mogen zijn, terwijl andere minder dan honderd procent kostendekkend zijn.

Kostendekkendheid
In het schema hierna is zijn de kosten en opbrengsten weergegeven. Ook is de kostendekkendheid weergegeven. Voor de toepassing van artikel 229 Gemeentewet is alleen de kostendekkendheid op begrotingsbasis van belang.

 

2016 actueel begroot

2016 realisatie

Lasten

Baten

%

Lasten

Baten

%

Algemeen (geen programma)

Leges

1

1

100

1

1

100

Bewoners en bestuur

Leges:

  • Huwelijk en partnerschap

1.005

472

47,0

1.326

499

37,7

  • Reisdocumenten

4.736

4.173

88,1

4.461

4.380

98,2

  • Rijbewijzen

1.241

1.030

83,90

1.176

1.069

90,9

  • Uittreksels/afschriften (Basisregistratie personen, Burgerlijke stand en overig)

 1.143

858

75,1

1.334

820

61,5

Bereikbaarheid

Leges

471

207

44,1

427

153

35,9

Beheer openbare ruimte

Leges:

  • Vergunningen openbare ruimte

829

829

100,0

880

961

109,2

  • Evenementen

778

392

50,4

767

397

51,8

Veiligheid

Leges:

  • Bibob

0

0

0

0

0

0

  • Vergunning voetbalwedstrijd

18

14

77,8

26

19

73,1

  • Horeca, gokken, prostitutie

563

353

62,7

726

332

45,7

Wonen en monumenten

Leges:

  • Woonruimtezaken

417

253

60,8

420

346

82,4

  •  
  • Bestemmingsplannen

1903

499

26

419

1810

23

  • Archeologie

61

60

98

46

38

82

Totaal Leges Wonen en monumenten

11.763

9.141

77,7

12.178

9.434

77,5

Leges omgevingsvergunngingen

11.643

11.035

94,8

11.729

15.478

132,0

Beheer openbare Ruimte

Begraafplaatsrechten

1.009

884

87,6

1.033

857

83,0

Brug-, schut- en havengelden

1.104

521

47,2

1.172

554

47,3

Marktgelden

697

697

100,0

617

603

97,7

Totaal

26.216

22.278

85

26.729

26.926

101

Toelichting op opbrengsten

Leges Bewoners en bestuur
Publiekszaken kent relatief veel dienstverlening waarvan het in rekening te brengen tarief aan een wettelijk maximum is gebonden, zoals de reisdocumenten (paspoorten) en de rijbewijzen. Het aanbieden van de dienstverlening tegen lagere kosten is beperkt doordat deze producten een minimaal aantal handelingen vereisen die worden voorgeschreven door wet- en regelgeving. Dat beperkt de mogelijkheid om op korte termijn grote kostenreducties te bewerkstelligen.

Leges bereikbaarheid
De daling van de baten komt met name voort uit lagere opbrengsten dan begroot bij de gehandicaptenparkeerkaarten (keuringen en aanleg nieuwe plaatsen). De lasten daarentegen zijn niet evenredig mee gedaald omdat extern ingehuurd is in verband met ziekte.

Leges Beheer openbare ruimte
Voor dit onderdeel is de totale kostendekkendheid jaarlijks circa 100%. In 2016 zijn er vooral extra opbrengsten ontvangen voor de leges voor Inneming Openbare Grond en voor het leggen van Kabels en Leidingen.

Leges Wonen en monumenten
Door het aantrekken van de economie is het bouwvolume toegenomen en daarmee ook het aantal aanvragen voor omgevingsvergunningen (WABO). Dit heeft in 2016 een extra legesopbrengst gegeneerd. Bij de 2e begrotingswijziging 2016 zijn de geraamde baten verhoogd naar 12,2 miljoen euro zodat er 3,3 miljoen euro meer is ontvangen dan bij de actuele begroting is geraamd. Deze meeropbrengsten komt met name door dat er meer plannen met een bouwsom van 1 miljoen euro of meer zijn ingediend en de gemiddelde legesopbrengst van deze plannen hoger was dan begroot.

Woonruimtezaken
Sinds januari 2016 is de regelgeving voor het omzetten en splitsen van woningen aangepast. Toen bekend werd dat de regels in 2016 zouden worden aangescherpt, zijn in 2015 nog relatief veel vergunningaanvragen ingediend die voor extra inkomsten in het boekjaar 2016 hebben geleid.

Begraafplaatsrechten
Niet alle kosten die voor het beheer en onderhoud van de begraafplaatsen worden gemaakt mogen op grond van wet- en regelgeving door begraafplaatsrechten worden verhaald. Het totaal van de inkomsten van de begraafrechten dekt 83% van de toerekenbare kosten. Het (landelijke) beeld laat een dalende trend zien in het aantal begravingen.

Brug-, schut- en havengelden
Bij de lasten van de brug-, schut- en havengelden zijn ook de kosten van het bedienen van de bruggen en sluizen binnen de diensturen meegenomen. De tarieven die daarmee samenhangen zijn met ingang van belastingjaar 2011 afgeschaft. Om deze kosten te dekken, dienen de tarieven opnieuw ingevoerd te worden. De mogelijkheid om kostendekkende tarieven in te voeren voor deze activiteiten is echter beperkt. Ter indicatie, voordat de tarieven werden afgeschaft, werd een kostendekkendheid bereikt van minder dan 10%. Als de kosten van het bedienen van de bruggen en sluizen binnen de diensturen niet meegenomen worden resteert een nagenoeg 100% kostendekkendheid.