Gemeente Utrecht

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risicomanagement is het geheel aan activiteiten en maatregelen gericht op het expliciet en systematisch omgaan met en het beheersen van risico’s. Een risico is een onzekere gebeurtenis met (gewenste of ongewenste) gevolgen voor de gemeente. Deze gevolgen kunnen beleidsmatig en/of financieel zijn. Bij het weerstandsvermogen ligt de focus op de financiële gevolgen van risico’s. Het is een maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de beschikbare weerstandscapaciteit (hoeveel niet bestemde middelen zijn er beschikbaar) en de benodigde weerstandscapaciteit (hoeveel middelen zijn nodig om alle risico’s op te kunnen vangen). Aan de hand van deze grootheden bepalen wij het weerstandsvermogen.

Voordat we uitvoeriger ingaan op de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit presenteren we hieronder het weerstandsvermogen zoals berekend voor de verantwoording 2016:

Weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandscapaciteit

 =

60,817

=

1,06

Benodigde weerstandscapaciteit

57,570

Hieruit blijkt dat het weerstandsvermogen uitkomt op 1,06. Het verschil tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit is afgerond 3,2 miljoen euro. Ten opzichte van de stand bij de Begroting 2017 is de beschikbare weerstandscapaciteit gestegen met 1,2 miljoen euro en de benodigde weerstandscapaciteit gestegen met 0,17.

Verderop in deze paragraaf worden deze mutaties nader toegelicht.

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit geeft aan hoeveel middelen beschikbaar zijn om eventuele risico’s op te kunnen vangen. De volgende onderdelen maken deel uit van de beschikbare weerstandscapaciteit:

Beschikbare weerstandscapaciteit

Verantwoording 2015

Begroting 2017

Verantwoording 2016

Totaal algemene reserves[1]

51.697

50.905

51.047

Stille reserves

0

0

0

Onbenutte belastingcapaciteit (twee jaar)

9.004

8.028

9.134

Niet ingevulde begrotingsruimte (vier jaar)

0

0

0

Post onvoorzien (vier jaar)

636

636

636

Totaal

61.337

59.569

60.817

Bedragen zijn in duizenden euro’s.

[1] Deze bedragen sluiten niet aan op het bedrag dat in de balans staat opgenomen onder algemene reserve. Dit wordt veroorzaakt doordat in de beschikbare weerstandscapaciteit de algemene dekkingsreserve niet meetelt. Voor meer informatie zie de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2015 – 2018.

Benodigde weerstandscapaciteit

De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de risico’s die onze gemeente loopt. Om die te kunnen bepalen vindt regelmatig een risico-inventarisatie plaats. Hieruit zijn 47 risico’s naar voren gekomen, waarvan één niet-financieel risico (Fraude). Voor een volledig overzicht verwijzen wij u naar de geheime bijlage die u bij deze verantwoording heeft ontvangen. In deze paragraaf treft u op hoofdlijnen de belangrijkste uitkomsten. Voor ieder risico wordt een minimale, verwachte en maximale financiële omvang bepaald. Deze inschatting is zoveel als mogelijk bepaald op objectieve gegevens. Indien objectieve gegevens niet voorhanden zijn wordt uitgegaan van ervaringscijfers. Naast de financiële omvang wordt ook de waarschijnlijkheid waarmee risico’s optreden bepaald. Dit percentage geeft de mate aan waarin de verwachte omvang van het risico meetelt voor de benodigde hoogte van het weerstandsvermogen. De uitkomst van deze berekening betreft de bruto benodigde weerstandscapaciteit. Nadat het effect van alle beheersmaatregelen hiervan is afgetrokken ontstaat de netto benodigde weerstandscapaciteit. De netto benodigde weerstandscapaciteit wordt conform de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2015-2018 aangepast naar de gewenste mate van zekerheid. Deze is bepaald op 90%. De gewenste mate van zekerheid komt tot uiting in de risicosimulatie die wordt uitgevoerd. Deze risicosimulatie is gebaseerd op de Monte Carlo simulatietechniek die algemeen geaccepteerd is in zowel de profit als de non-profit sector. Hierbij wordt op een computer op basis van gegevens over de individuele risico’s (minimale, verwachte en maximale omvang en waarschijnlijkheid) duizenden keren de werkelijkheid nagebootst. Dit leidt tot een grafiek waaruit is af te leiden wat de verwachte impact van de risico’s is in een willekeurig jaar. Voor deze verantwoording leidt deze exercitie tot een bedrag van 57,5 miljoen euro.

Risicokaart

We delen de geïnventariseerde risico’s in naar urgentie en omvang. Hierdoor ontstaat de onderstaande risicokaart waarin per risicoklasse het aantal risico’s opgenomen staat. Dat doen we zowel voor de situatie vóór en na toepassing van beheersmaatregelen, respectievelijk bruto en netto. Daarom treft u hieronder twee risicokaarten.

De bruto risicokaart geeft alle 47 risico’s weer. De risico’s rechtsonder zijn het meest urgent en omvangrijk. Deze risico’s zijn terug te vinden in de geheime bijlage met een overzicht alle risico’s.

De netto risicokaart geeft dezelfde 47 risico’s weer. In deze risicokaart zijn de risico’s echter anders ingedeeld omdat het effect van de beheersmaatregelen hierin is meegenomen. Dit betekent dat er rechtsonder minder risico’s staan dan in de bruto risicokaart. Financieel gezien telt de bruto risicokaart op tot een benodigde weerstandscapaciteit van 123,3 miljoen euro. Het effect van alle beheersmaatregelen, oftewel het verschil tussen de bruto en netto risicokaart is daarmee 65,8 miljoen euro (123,3-57,5). Dit bedrag kan gezien worden als profijt van het gevoerde risicomanagement en is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van de Begroting 2017.

Mutaties in risico’s
Ten opzichte van de Begroting 2017 zijn de onderstaande risico’s gemuteerd. De mutaties bestaan uit risico’s die zijn gestegen, gedaald of vervallen. Daarnaast zorgen nieuwe risico’s voor mutaties. Hiermee wordt tevens de verandering in de benodigde weerstandscapaciteit verklaard. Het gaat hier om mutaties bij benadering, omdat de bedragen afkomstig zijn uit een simulatie.

 

Risico

Mutatie benodigde weerstandscapaciteit

Stijgers

1. Garantie geldleningen sportverenigingen
2. Bekostigd aantal WsW plekken lager dan werkelijk aantal

+140.000
+100.000

Dalers

3. Geheim
4. Geheim

-70.000
-100.000

Nieuw

5. Juridisch geschil taalaanbieder inburgering

+100.000

6. Onderwijsachterstandenbeleid (AOB)

+1.000.000

7. Belastingheffing op parkeerinkomsten
8. Baten combi vervoerskaarten
9. Verzuim van personeel
10. Geheim

0
+200.000
0
+150.000

Vervallen

11. Saneringskosten Fruitlaan

-50.000

12. Vervangingsbesluit

-500.000

13. Geheim

-800.000

Totale mutatie in benodigde weerstandscapaciteit

+170.000

Bedragen zijn in euro's

Toelichting

  1. Het risico is gestegen omdat in 2016 vier nieuwe garanties zijn afgegeven.
  2. De omvang van het risico is gestegen. Het rijk heeft aangekondigd vanaf 2017 de verdeling van de Wsw middelen te wijzigen. De wijziging houdt in dat Utrecht niet alleen het rijksbudget gaat ontvangen van de eigen inwoners die werken bij UW maar ook voor de groep Wsw medewerkers die bij UW werken en in een andere gemeente wonen. Er zijn meer mensen die in andere gemeenten wonen en bij UW werken dan omgekeerd (mensen die in Utrecht wonen en bij een ander sw-bedrijf werken).
  3. Betreft een geheim risico.
  4. Betreft een geheim risico.
  5. Door een voor de gemeente positieve uitspraak van de rechter heeft de taalaanbieder een aanzienlijk bedrag alsnog moeten terugbetalen. Deze taalaanbieder gaat in hoger beroep. Bij een nadelige uitspraak kan dit ertoe leiden dat de gemeente een deel van het bedrag moet terugbetalen
  6. Per 1 januari 2018 zullen de rijksmiddelen voor onderwijsachterstanden (OAB) afnemen.  Er staat in elk geval een korting van 40 miljoen op het landelijke totale budget op de OCW begroting. Daarnaast wordt de nu nog aparte aanvullende uitkering voor de G37 opgeheven. Deze middelen worden toegevoegd aan het totaalbudget OAB. Verder wijzigt de indicator (gewichten leerling) op basis waarvan de middelen verdeeld worden. Duidelijk is dat de G4 minder rijksmiddelen zullen ontvangen. Nog niet duidelijk is hoe groot de afname zal zijn.
  7. Op dit moment loopt een procedure bij de belastingrechter over de vraag of de Nederlandse gemeenten ter zake van het geven van gelegenheid tot parkeren op de openbare weg als overheid of als btw-ondernemer handelen. Een eindoordeel van de Hoge Raad kan nog enige tijd op zich laten wachten en zal waarschijnlijk op zijn vroegst in 2018 van kracht worden. Mocht door de Hoge Raad worden geoordeeld dat de Nederlandse gemeenten ter zake van het straatparkeren als btw-ondernemer handelen dan is over de parkeerbelasting btw verschuldigd en met betrekking tot de gerealiseerde winst is vennootschapsbelasting verschuldigd. Niet met terugwerkende kracht
  8. De gemeente Utrecht voert een procedure bij het Gerechtshof Arnhem over de verschuldigdheid van btw ter zake van verkochte combivervoerskaarten. De gemeente stelt zich op het standpunt dat 6% btw is verschuldigd. Volgens de Belastingdienst en een uitspraak van Rechtbank Gelderland is 21% btw verschuldigd.
  9. Personeel is het belangrijkste kapitaal van de gemeente Utrecht als organisatie. We hebben al onze mensen nodig om de opgave in de stad te realiseren. Een vitale en gezonde organisatie is van belang, verzuim is een risico. Verhoging van de werkdruk en inhuur van externen kan daar het gevolg van zijn.
  10.  Betreft een geheim risico.
  11. Er is geen aanspraak gemaakt op de saneringskosten waardoor het risico vervalt.
  12.  Het vervangingsbesluit is genomen waardoor het risico vervalt.
  13.  Betreft een geheim risico.